‘We doen het samen’. Dat is de essentie van de Omgevingswet, die op 1 juli 2022 in werking gaat. De Omgevingswet bundelt en moderniseert in één wet alle wetten voor de leefomgeving. Daarbij gaat het om ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Er komt meer ruimte voor initiatieven en lokaal maatwerk. Bij een nieuw plan gaat het vooral om de vraag: ‘Draagt het bij aan een goede leefomgeving?’ in plaats van: ‘Mag het wel?’. De nieuwe wet stimuleert de participatie door inwoners, ondernemers en organisaties. 

Wat is de Omgevingswet?

In deze video(externe link) wordt de Omgevingswet in 60 seconden uitgelegd. De Omgevingswet heeft 6 kerninstrumenten voor het benutten en beschermen van de leefomgeving. Dit zijn de omgevingsvisie, het programma, decentrale regels, algemene rijksregels, de omgevingsvergunning en het projectbesluit.

Omgevingsvisie

De omgevingsvisie is een samenhangend, strategisch plan over de leefomgeving. Dat plan richt zich op de hele fysieke leefomgeving van onze gemeente. En houdt rekening met alle ontwikkelingen in het gebied. In 2024 moet onze gemeentelijke Omgevingsvisie af zijn.

Omgevingsplan

Onze omgevingsvisie is de stip op de horizon voor onze fysieke omgeving. De realisatie van de beschreven doelen, opgaves en ambitie vindt vervolgens plaats via zogeheten Programma’s en het Omgevingsplan. In de Programma’s beschrijven we wat we als gemeenten zelf ondernemen om de doelen, opgaven en ambities van de Omgevingsvisie te realiseren. In het Omgevingsplan bieden we ruimte voor initiatieven als die passen binnen de Omgevingsvisie. Uiterlijk 2029 moet het Omgevingsplan voor de hele gemeente in werking zijn getreden.  

Wat valt er straks allemaal onder het Omgevingsplan?

Hieronder zetten we de belangrijkste veranderingen op een rij.

  • Bestemmingsplannen gaan over naar het Omgevingsplan. Dat betekent bijvoorbeeld dat de gemeente zelf bepaalt voor welke bouwactiviteiten een vergunning nodig is en voor welke niet.  
  • Er komt een digitale en interactieve omgeving waarin de gemeente vraaggericht informatie ter beschikking stelt aan de inwoners. Dat betekent dat de (papieren) bestemmingsplankaarten en de bijbehorende boekjes tot de verleden tijd behoren.
  • Een groot aantal milieuregels gaat over van de Rijksoverheid naar de gemeenten. De gemeenten bepalen zelf in hun Omgevingsplan welke regels ze stellen.
  • Regels die gaan over de fysieke leefomgeving komen straks in het Omgevingsplan en niet meer in verordeningen als de APV.
  • Anders dan met de huidige bestemmingsplannen wordt het Omgevingsplan niet periodiek herzien, maar wordt het Omgevingsplan voortdurend op onderdelen aangepast.