We zijn als gemeente zuinig op onze natuur en willen graag samen zorgen voor een fijne leefomgeving. Honden en kattenbezitters kunnen hieraan bijdragen door de verantwoordelijkheid voor hun huisdier te nemen. Bijvoorbeeld om reekalfjes en vogels te beschermen.

Pasgeboren reekalfjes: honden aan de lijn

April en mei zijn de maanden dat de reekalfjes weer worden geboren. Daarom is het belangrijk dat iedereen die naar de bossen gaat de hond aangelijnd houdt. Reekalfjes kunnen zichzelf alleen maar beschermen door stil te blijven liggen in de dekking. Ze zijn dus weerloos voor loslopende honden. Er zal deze periode extra gecontroleerd worden op loslopende honden in de bossen.

Reekalfjes doodgebeten

Weet u wat uw hond doet als deze een ree ziet rennen? Het komt helaas ieder jaar voor dat weerloze reekalfjes worden doodgebeten door loslopende honden. Ook honden die normaal niet agressief zijn of bijten. Zorg er daarom voor dat uw hond aangelijnd is. 

Reekalfjes niet aanraken

Ook is het belangrijk dat u de reekalfjes niet aanraakt. De reegeit (moeder) is namelijk bijna altijd in de buurt van haar jongen. Door het reekalf aan te raken komt er mensengeur op, waardoor er de kans bestaat dat de reegeit haar jong zal verstoten.

Katten en vogels

Ook eigenaren van katten zijn verantwoordelijk voor (het gedrag van) hun huisdier. Zo bent u bijvoorbeeld in overtreding wanneer een kat een beschermde diersoort vangt. Ook als een kat een vogel pakt is de eigenaar strafbaar volgens de Wet natuurbescherming. Tijdens het broedseizoen is het belangrijk dat de rust niet wordt verstoord voor weidevogels en andere dieren. Houd uw kat daarom ’s nachts binnen

Tips om de tuin veiliger te maken voor vogels

  • Voer op een open, overzichtelijke plaats, zodat de vogels de kat zien aankomen. Plaats eventueel gaas ruim om de voerplaats. Dit geeft ze extra tijd om weg te vliegen.
  • Hang nestkasten op een veilige plek waar de katten niet bij kunnen, minstens 2 meter hoog.
  • Plaats een kraag van afstaand gaas om een boomstam, zodat katten niet bij een nest kunnen komen.
  • Maak uw tuin ontoegankelijk voor (andere) katten. Bijvoorbeeld door stekelige mei- en vuurdoorn te planten op plaatsen waar katten uw tuin binnenkomen, door stekelig snoeisel (of hazelnootschillen) tussen de haag te leggen, of door dichte bodembedekkers aan te planten, zodat de bodem dichtgroeit.
  • Span een of enkele (waslijn)draden 10 tot 30 cm boven schuttingen, zodat katten er niet over kunnen lopen en moeilijker overheen kunnen klimmen.

Als er sprake is van overlast

Soms hebben mensen in onze gemeente last van katten in hun tuin. Het handhaven van kattenoverlast is moeilijk. Heeft u last van andermans katten, dan adviseren wij u om in gesprek te gaan met katteneigenaren, met het verzoek om de katten uit uw tuin te houden.